Telefoon:

Introductie van de casus

Dit hoofdstuk gaat over de gehele buurt Mariaberg en de ervaringen die bewoners hebben met de veranderende publieke ruimte in de buurt. Hierin staat het thema thuisgevoel in de publieke ruimte centraal. Met reizende dagboeken en buurt sessies met een poster met een luchtfoto van de buurt zijn deze ervaringen verzameld. Deze zijn verder aangevuld met individuele gesprekken met bewoners en rondjes lopen door de buurt. 

 

Figuur 3.5.1: Sfeerimpressie van het toekomstige buurtpark Blauwdorp (op een stuk bouwhek).

 

Figuur 3.5.2: Schets Blauwe Loper-tracé (Ziegler-Branderhorst, 2022)

 

In het beoogde Blauwe Loper gebied, van Trichterveld, Proosdijveld en Blauwdorp, is de laatste jaren veel veranderd, en de werkzaamheden voor nieuwbouw en herinrichting zijn nog in volle gang. In Trichterveld zijn oude bungalows vervangen door nieuwe, energiezuinige grotere bungalows. Het werd een mix van koopwoningen en huurwoningen in het hogere sociale huursegment. In Proosdijveld wordt al meer dan tien jaar gesproken over sloop en renovatie van huizen, maar er ligt nog geen besluit hierover. In Blauwdorp zijn veel sociale huurwoningen met privé-tuintjes gesloopt en daar komen nu flats met appartementjes voor in de plaats. De ruimte die vrijkomt, wordt gebruikt voor publiek groen en publieke ontmoetingsplekken in de buurt. Om de buurten van Mariaberg, Trichterveld, Proosdijveld en Blauwdorp sterker aan elkaar en aan het centrum te verbinden, willen gemeente, provincie, woningbouwcorporatie en ontwerpers met de Blauwe Loper een prettige wandel en fietsverbinding naar de stad ontwikkelen (zieglerbranderhorst). Deze beoogde verbinding loopt midden door de buurten, langs bestaande groenzones en het nog aan te leggen buurtpark Blauwdorp. De gedachte is dat een grotere stroom van dagelijkse wandelaars en fietsers zo de verschillende publieke plekken in de buurt kan verlevendigen. Het gaat om ingrijpende veranderingen in de sociale en fysieke opbouw van de buurt Mariaberg en haar deelbuurten (Trichterveld, Proosdijveld en Blauwdorp).

 

Voor een gezonde leefomgeving is thuisgevoel in de publieke ruimte van een buurt belangrijk (Horstman & Knibbe 2022). De ruimtelijke transformaties in het Blauwe Loper gebied veranderen de vertrouwde leefomgeving van veel buurtbewoners, dwingen sommige buurtbewoners tot verhuizen en brengen nieuwe bewoners naar de buurt. Dit roept vragen op over het thuisgevoel van oude en nieuwe bewoners. Ingrepen in een buurt kunnen vervreemdend werken, maar dat betekent niet dat mensen niet open staan voor verandering. Thuisgevoel is vaak op verschillende manieren verbonden met de lijntjes die mensen ervaren tussen verleden, heden en toekomst in een buurt (van Hees et al 2017). Als het gaat over ‘thuis voelen’ heeft iedereen wel ideeën en gedachten, maar tegelijkertijd is ‘thuis in de buurt’, waar je de ruimte met zowel bekenden als vreemden deelt weer wat anders dan thuis in je eigen huis. Wat maakt dat mensen zich op sommige veranderende plekken thuis gaan voelen en op andere plekken niet? 

 

Om thuisgevoel in de publieke ruimte van stad en buurt te begrijpen introduceerden stadssociologen het concept ‘publieke familiariteit’ (Blokland 2008; Blokland en Nast 2014; Horstman & Knibbe 2022; Lofland 1998;). Publieke familiariteit betekent dat iemand zich thuis voelt en de ongeschreven regels en omgangsvormen op een publieke plek kent. De ‘vreemden’ in een buurt worden ‘bekende vreemden’. Een buurtbewoner kent niet alle andere bewoners persoonlijk, en weet misschien weinig over de achtergrond van nieuwe buurtbewoners uit Syrië of Noord-Holland. Echter, doordat hij hen toch regelmatig tegenkomt in winkels, parken en andere plekken, raakt hij wel meer vertrouwd met deze ‘vreemden’. Waar veel beleidsmakers vaak ‘gemeenschapsgevoel’ willen stimuleren, stellen stadssociologen dat daarnaast publieke familiariteit, gericht op lossere verbanden, van groot belang is voor veiligheid en thuisgevoel in een stad. Dit kan zich enkel ontwikkelen als er goede publieke buurtruimte is, en wat ‘goed’ is kan van buurt tot buurt verschillen.

 

Om zich thuis te kunnen voelen en om bij te dragen aan een gezonde leefomgeving moeten buurtbewoners daarnaast ook een vorm van gedeeld eigenaarschap van de publieke buurtruimte ervaren. Echter in stedelijk gebied, met oude en nieuwe bewoners, doorstroom en diversiteit moeten mensen steeds opnieuw zoeken wat gedeeld eigenaarschap betekent. Ruimtelijke transformatieprocessen zoals die van het Blauwe Loper gebied, roepen vragen op over eigenaarschap van de buurtruimte. Van wie en voor wie is de ruimte, wie heeft er wat over te zeggen, en hoe wordt de ruimte gedeeld? In eerder onderzoek in de buurt kwam naar voren dat veel buurtbewoners op tal van manieren actief zijn in de buurt en dat ze zich zo inzetten voor een zorgzame leefomgeving, maar ook dat belangrijke plekken zoals het buurtcentrum als ‘niet van de buurt’ gezien werden (Cratsborn et al 2014). Bij de herbouw van het buurtcentrum hadden buurtbewoners veel tijd gestoken in een participatief proces maar hun inbreng werd niet meegenomen in het ontwerp en het uiteindelijke gebouw was meer gericht op professioneel werk dan buurtontmoeting. Dit voorbeeld laat zien dat de interacties tussen instituties en buurt meespelen in het gevoel van eigenaarschap.

 

Gedeeld eigenaarschap is een belangrijk thema in onderzoek over publieke plekken. Waar stadsplanners de locaties in de buurtruimte een bestemming en ontwerp geven als publieke plek, worden plekken pas echt publiek gemaakt door de mensen die er komen (Project for Public Places 2016). Zij kunnen zich een plek tijdelijk toe-eigenen door er te lopen, zitten, spelen, sporten of soms door de plek te verzorgen en verbeteren. Het publieke karakter komt naar voren in de toegankelijkheid, de vele soorten van tijdelijke toe-eigening, en de grenzen van die toe-eigening (Horstman & Knibbe 2022). Om gedeeld eigenaarschap mogelijk te maken moet toe-eigening begrensd zijn want anders wordt de ruimte van een beperkt clubje. Als mensen een zwembadje in het park plaatsen kan dat bijdragen aan levendigheid en publiek karakter, maar als anderen zich eraan storen en daardoor wegblijven of zich niet meer welkom voelen wordt de plek daarmee minder publiek. Het eigenaarschap wordt dan minder breed gedeeld en het thuisgevoel van één groep gaat ten koste van andere groepen. Eenzelfde ruimtelijke ingreep, het plaatsen van een zwembadje of een bankje, kan dus op heel verschillende manieren uitpakken.

 

Leervragen voor de casus

Dit hoofdstuk draagt bij aan leerdoel 7 van RuimteGIDS, ‘concept-ontwikkeling’, het ontwikkelen van een perspectief op gezonde leefomgeving en ingrepen die daartoe bijdragen, door de focus te leggen op het thema ‘thuisvoelen in de buurt’, in de publieke buitenruimte. Daarbij draagt het ook bij aan het ontwikkelen van perspectief op burgerparticipatie in processen van ruimtelijke verandering in een buurt. De centrale leervraag voor dit hoofdstuk is: Hoe ervaren buurtbewoners thuisgevoel in een context van buurt-ontwikkelingen met sloop, nieuwbouw en het Blauwe Loper Tracé.


Deze leervraag is enerzijds gebaseerd op vragen die in het leernetwerk werden opgesteld over ruimtelijke veranderingen, verantwoordelijkheid en ruimtegebruik. Het gaat om vragen zoals ‘Hoe zorg je ervoor dat mensen weer trots worden op en verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leef- en woonomgeving?’ en ‘Als mensen weer trots worden op en verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leef- en woonomgeving door een gevoel van eigenaarschap, hoe faciliteer je dat dan?’ Anderzijds is de leervraag gebaseerd op vragen die door buurtbewoners buiten de setting van het leernetwerk werden gesteld over veranderingen in de buurt.

 

 

Reizende dagboeken en luchtfoto

Methoden

Buurtbewoners droegen bij aan dit deelonderzoek in reizende buurt dagboeken, gesprekken op basis van een grote poster met luchtfoto van de buurt en andere gesprekken over de buitenruimte van de buurt. 

 

In het reizende buurt dagboek vroegen we bewoners om hun dromen, wensen, ideeën en ervaringen met de buurt te delen. Hierbij lag de nadruk op het thuisgevoel. Het dagboek was zo ontworpen dat de eerste pagina uitnodigde om bij te dragen aan het dagboek. Hierna volgden twee pagina’s met een korte introductie van ons als onderzoekers, wat het doel van het dagboek was, en hoe we de bijdragen gingen verwerken. We vroegen bewoners om het dagboek binnen een week aan een volgende bewoner door te geven of terug te geven aan de onderzoekers. 

 

Buurtbewoners kregen veel ruimte voor eigen invulling en ze konden de werkvorm dan ook naar eigen inzicht naar zich toetrekken met tekst, tekening, collage, foto of andere gecombineerde bijdragen. Ze mochten hierbij zelf kiezen of ze hun naam erbij wilden zetten en op de hoogte gehouden wilden worden of dat ze anoniem wilden blijven. De volgende vragen werden in het dagboek gesteld:

 

 

  1. Op welke pleintjes, parken en banken voelt u zich (niet) thuis? 
  2. Waarom voelt u zich hier (niet) thuis?
  3. Wat vindt u fijn (aan deze plek) in de buurt? 
  4. Wat ziet u graag veranderen (op deze plek) in de buurt?

Om meerdere bewoners te bereiken hebben we drie dagboeken laten rondgaan in de buurt. Dit heeft geresulteerd in 29 dagboek bijdragen. 

 

Daarnaast hebben we drie dagdelen met een luchtfoto van Mariaberg, een tafel, stoeltjes, iets te drinken, post-its, en stickers in de buurt gestaan (zie Figuur 3.5.2). We spraken op verschillende plekken af in Trichterveld, Proosdijveld en Blauwdorp, maar stelden de plannen bij afhankelijk van de toeloop op dat moment. De plek naast het Volksplein, tussen de Aldi en de containerbakken bleek succesvol om met mensen in gesprek te gaan. Daarnaast spraken we veel mensen tijdens de Tour de Mariaberg op de Florasingel. De luchtfoto van Mariaberg was van A0 formaat en van zeer hoge kwaliteit waardoor het mensen aantrok om een kijkje te nemen. We hebben mensen de volgende leidende vragen gesteld:

  1. Kunt u voor ons aanwijzen waar u in de buurt (ongeveer) woont?
  2. Op welke plekken in de buurt komt u allemaal?
  3. Hoe ervaart u deze plekken?
  4. Zijn er elementen die u fijn/minder fijn vindt op deze plekken?
  5. Wat zou ‘beter’ kunnen?

De plekken die mensen aanwezen werden gemarkeerd met stickertjes met symbolen, en achteraf werden gesprekken kort samengevat op een post-it met corresponderend symbool om aan te geven over welke plek op de kaart het gesprek ging. Deze veldnotities werden daarna thuis uitgeschreven. 33 buurtbewoners hebben met deze gesprekken aan de hand van de luchtfoto bijgedragen aan het onderzoek. 

Naast bovengenoemde methoden maakten we gebruik van etnografisch onderzoek met regelmatige aanwezigheid, observaties, gesprekken en interviews in de buurt. Via deze combinatie van methoden hebben ongeveer 80 buurtbewoners bijgedragen aan dit deelonderzoek.

 

Two people sitting at a table outside

Description automatically generated with medium confidence   A picture containing tree, outdoor

Description automatically generated

Figuur 3.5.3: met wat attributen waaronder een luchtfoto van Mariaberg in de buurt staan om buurtervaringen op te halen.

 

Vertrouwdheid, verzorging en verbeelding

In de ervaringen van buurtbewoners die iets zeggen over thuisvoelen komen drie centrale thema’s naar voren: vertrouwdheid, verzorging, en verbeelding. Daarbij gaat het ook over ervaringen die juist op het tegendeel wijzen en het thuisgevoel en eigenaarschap ondergraven, zoals vervreemding of verwaarlozing. We geven hieronder uitleg over deze centrale thema’s en hoe ze samenhangen met thuisgevoel, eigenaarschap en een gezonde leefomgeving.

 

Vertrouwdheid

Uit de bijdragen van buurtbewoners blijkt dat vertrouwdheid enerzijds en vervreemding anderzijds belangrijk zijn om thuisgevoel te begrijpen. Buurtbewoners zijn vertrouwd met hun buurt omdat publieke buurt plekken onderdeel vormen van hun dagelijkse of wekelijkse routines. Zo vertellen veel ouders en kinderen over hun vaste plekken in de buurt.

 

Een moeder met twee kindjes vertelt: we gaan veel naar het Bataviaplantsoen en daar ontmoeten we ook andere ouders. (link naar hoofdstukje hierover)

 

Mensen raken vertrouwd met plekken die onderdeel van hun dagelijks leven vormen. Zo kennen ze de ongeschreven regels en omgangsvormen van plekken en zien ze ook regelmatig dezelfde ‘bekende vreemden’, die bijdragen aan thuisgevoel en comfort in een buurt. Daarnaast raken buurtbewoners ook vertrouwd met de kleine botsingen en onderhandelingen over de regels van een plek. Dit blijkt bijvoorbeeld uit twee dagboek bijdragen van kinderen die zowel het plezier als de ongemakken van een plek laten zien. 

 

           

 

In deze tekeningen en toelichting laten kinderen en ouders zien dat ze speeltoestellen waarderen maar ook last hebben van hondenpoep, dat ze houden van de kippen en andere dieren maar dat hun ouders nergens kunnen zitten als de kinderen bij het kippenveldje spelen. Kinderen die op het Bataviaplantsoen spelen krijgen te horen dat ze stiller moeten zijn en in reacties hierop stellen de tekenaars dat er meer ruimte voor kinderen moet komen in de buurt. Veel volwassenen onderschrijven dit. Een thuis is zelden perfect, en ook deze vertrouwdheid met ongemak en tegenstelling kan deel zijn van een thuisgevoel in de buurt, al zouden kinderen en ouders graag zien dat het anders was. Het gebrek aan zitplekken voor bewoners, en de mogelijkheid dat bankjes hangjongeren aantrekken is een alledaags vertrouwd gespreksonderwerp als het gaat over de publieke buurtruimte. Ook in de herinneringen van oudere bewoners die zijn opgegroeid in de buurt spreekt soms een vertrouwdheid met oude tegenstellingen die ook onderdeel waren van ongeschreven regels en omgangsvormen

 

Hij wijst op de kaart en achter zich naar de oude buurtgrens: Wij, (in Proosdijveld) konden niet overweg met hen (Trichterveld) omdat dat heel andere mensen waren.

 

Hoewel ervaringen met tegenstellingen, irritaties of gemis talrijk zijn lieten buurtbewoners zien dat ze zich toch ondanks dit soort ervaringen thuis konden voelen in de publieke buurtruimte.

 

Vertrouwd worden in de buurt vraagt meer moeite en inspanning in de deelbuurt Trichterveld waar zowel de huizen als de sociale samenstelling is veranderd. De geschreven en ongeschreven regels over toegang tot de buurt waren voor velen niet transparant: wie mag er komen wonen, wie niet, wie moet weg? En hoe worden huurprijzen bepaald? Mensen zien veranderingen maar krijgen er niet helemaal grip op zoals deze vrouw uitlegt:

 

De hele grote probleemgevallen die zijn niet meer in deze buurt terecht gekomen, waar dan wel vraag ik me dan af? Wat is daar dan weer mee gebeurd? Maar wat je nu ziet is een vrij verse samenstelling van mensen die elkaar nog aan het leren kennen zijn.

 

De periode van sloop en bouw in Trichterveld, was voor veel bewoners heftig zij woonden in een bouwterrein en zagen de ene na de andere buur vertrekken. Een vrouw die er in de beginfase van sloop en bouw kwam wonen vertelt hoe ze de buurt zag veranderen.

 

Je merkt dat het een andere buurt is dan het was. Toen ik hier kwam wonen toen zaten hier echt nog de oorspronkelijke bewoners plus een paar ad hoc, dus een paar antikraak, met beiden een prima relatie. Ik had hier een man naast mij wonen die woonde hier al jaren, als wij terug kwamen kregen wij gewoon eten, dan vroeg hij of we honger hadden, bakbananen wilden, of als ik jarig was dan wist hij dat en dan zei hij, weet  je wel ik was niet zo rijk, weet je wat dan maak ik gewoon lekker kip voor al het bezoek, dus dat soort dingen….dat dat is wat een volksbuurt kenmerkt … mensen die minder hebben, grappig genoeg delen vaak meer, dus met andere woorden ik mis nog steeds mijn voormalige buurman enorm, dat soort dingen mis ik echt vreselijk. Maar aan de andere kant, het heftige is er ook [in een volksbuurt]

 

In deze context werden nieuwkomers niet altijd direct verwelkomd. Een man die met zijn gezin recent in Trichterveld kwam wonen, vertelt hoe ze hun best deden om aansluiting te vinden. 

 

Maar ik zie ook wel, je moet er wel wat moeite soms voor doen. In de speeltuin natuurlijk wel, daar verbinden mensen zich snel en dan praat je soms even met andere ouders. Maar de oudere mensen die hier wonen die zijn ook niet allemaal meteen denk ik ontvankelijk voor nieuwe mensen. Soms moet je net even het initiatief nemen en dan is het verder allemaal okay…. 

 

Hoewel de veranderingen in Trichterveld tot vervreemding, verlies en ongewenste verhuizingen leidde, raken de mensen die in de nieuwe huizen konden komen wonen wel vertrouwd met elkaar. Buurtbewoners ervaren verlies van een oude volksbuurt, waar niet alleen de oude ‘Trichtervelders’ maar ook andere bewoners van Mariaberg aan gehecht waren. De verbanden zijn wat losser geworden, het is geen hechte gemeenschap, maar bewoners voelen zich veilig en vertrouwd. 

 

Waar vertrouwdheid met de publieke buurtruimte vaak werd gekenmerkt door losse verbanden, vertelden sommige buurtbewoners ook over sterkere sociale verbanden waarin mensen elkaar kennen en helpen en waar mensen ook een gevoel van identiteit aan ontlenen. Dan gaat het niet om publieke familiariteit maar meer om gemeenschapszin.

 

Waar straks dat park komt, daar heb ik altijd gewoond en ik moest daar weg. In de pastoor wijnen straat. Daar kom ik nu liever niet want dat doet toch pijn. Ik heb wel een nieuwe woning in de buurt gekregen in Blauwdorp en veel andere buurtbewoners ook. Ik wilde echt in deze buurt blijven want hier ken ik iedereen.

 

In de buitenruimte van de buurt wordt deze gemeenschap soms zichtbaar in toe-eigening en verzorging van plekken. In sommige straten zitten mensen veel samen op de stoep. Ze laten de stoelen buiten staan en de deuren open en de straat lijkt daarmee een soort gedeelde huiskamer. Op andere plekken zoals het kippenveldje (zie casus 'Kippenveldje') en het Borgesiusplantsoen (zie casus 'Speelplekken') wordt gemeenschappelijke inzet voor een plek zichtbaar in de verzorging. De kippen worden dagelijks verzorgd door kippenouders die ook samen gewerkt hebben aan verbeteringen van het kippen-onderkomen. De verzorgde tuin op het Borgesius-plantsoen getuigt ook van gedeeld eigenaarschap van buurtbewoners. Daarnaast is er een Christelijke gemeenschap, Vind, die gebruik maakt van de buitenruimte in de buurt om samen te komen. 

 

Vind werd gestart door drie Christelijke families die een gemeenschap willen vormen maar niet gebonden aan een kerk of kerkgebouw. Zij komen regelmatig samen op het veld bij de Florasingel (zie casus 'Speelplekken') om te spelen en te picknicken. Dit veld is fijn omdat ze open willen staan voor nieuwe deelnemers om laagdrempelig aan te haken en hier zijn ze zichtbaar voor voorbijgangers. Het is een vrij fluïde netwerk en gemeenschap waar mensen kunnen komen en gaan, maar ook met een vaste kern.

 

Gemeenschappen in de buurt creëren aansprekende en gastvrije plekken waar de omgangsvormen en normen voor anderen zichtbaarder worden. Vind laat met spel en wekelijkse ontmoeting in de open lucht bijvoorbeeld zien dat iedereen mee mag komen spelen. En het kippenveldje bindt niet alleen een kleine gemeenschap van kippenouders samen maar trekt ook veel andere buurtbewoners die het leuk vinden om bij te kippen te komen kijken. Op die manier versterken gemeenschappen ook voor mensen die daar niet middenin staan toch de vertrouwdheid en het thuisgevoel in de buurt. 

In sommige gevallen wordt gemeenschapsruimte daarentegen ervaren als besloten plek die anderen uitsluit. Een hek om de tuin laat voorbijgangers alleen van een afstandje meegenieten, en wie niet meedoet in de verzorging van de kippen kan ook hier alleen van buitenaf meegenieten en geen eieren rapen, tot spijt van sommige buurtbewoners:

 

 

Het kippenproject staat open voor de buurt en nodigt buurtbewoners uit om mee te helpen als ‘kippenouder’. Echter een groot deel van de kippenzorg lijkt voor andere buurtbewoners onzichtbaar.

 

Kortom, vertrouwdheid kent verschillende gradaties van regelmatige losse ontmoetingen tot samenwerking en gemeenschapsbanden die gedeeld eigenaarschap van de buitenruimte zichtbaarder maken. Daarnaast kent vertrouwdheid ook verschillende geschiedenissen. Wie lang in Mariaberg heeft gewoond heeft de buurt zien veranderen, en soms slaat vergaande vertrouwdheid met een plek dan om in een gevoel van vervreemding.  

 

Een buurtbewoner vertelde dat hij zijn hele leven al op dezelfde plek in Blauwdorp woont, maar tegenwoordig heeft hij het gevoel heeft dat hij is verhuisd ook al is hij niet verplaatst. Als hij nu naar buiten gaat, komt hij steeds vaker mensen tegen wiens gezichten hij niet herkent, of mensen die geen gedag tegen hem zeggen. 

 

Dit vertellen veel bewoners die al een lange tijd in de buurt wonen. Er zijn veel nieuwe buurtbewoners bijgekomen, en het lukt niet altijd om contacten op te bouwen omdat ontmoetingsplekken in de buurt, winkels, slagerij maar ook bankjes en andere voorzieningen in de open lucht zijn verdwenen. De geschiedenis en herinneringen die verbonden zijn aan een plek kunnen soms vervreemdend werken. Een gesprek met een groepje van zes jongeren van begin twintig op de jongerenhangplek bij de Florasingel illustreert dit. 

 

Ze vertelden hoe ze al van kinds af aan op deze plek samenkomen, maar dat de publieke faciliteiten steeds minder lijken te worden. Ze geven het voorbeeld van een bankje en een skatepark dat hier te vinden was. Dit vonden ze allemaal superleuk, maar het is helaas allemaal verdwenen. Ze geven ook aan dat een hangplek zoals deze op de meeste plekken in de stad lijkt te verdwijnen omdat het hangen van jongeren vaak negatieve connotaties heeft. De elementen die er nog wel staan worden slecht onderhouden. Ze hebben het gevoel dat de gemeente hier bewust voor kiest, en hun het liefst niet laat ontmoeten. Ze snappen niet waarom ontwikkelingen zoals de Blauwe Loper zoveel aandacht krijgen terwijl de andere dingen in de buurt niet onderhouden kunnen worden (simpele dingen zoals speeltuinen en bankjes). Deze focus op nieuwe ‘vreemde’ plekken, en het verdwijnen van oude ‘vertrouwde’ lijkt geen logische keuze

 

Dit soort aanpassingen in de publieke ruimte zorgen voor frustratie en verwarring naar beleidsmakers over waarom bepaalde veranderingen nodig zijn als de nieuwe situatie niet voldoet. De geschiedenis van een publieke plek kan de vertrouwdheid soms versterken, maar veranderingen leiden soms ook tot vervreemding. En dat gaat ten koste van het thuisgevoel in de publieke buurtruimte. 

 

Verzorging

Een ander thema dat in de bijdragen van buurtbewoners verbonden is aan thuisgevoel is verzorging en het tegengestelde, verwaarlozing. Buurtbewoners vertelden over wat zij zelf of andere buurtbewoners doen om hun buurt te verzorgen, maar ze vertelden vaker over verwaarlozing. Daarbij gaat het over fysieke zorg en verwaarlozing (zoals onderhoud en rommel), maar ook over sociaal-politieke zorg en verwaarlozing (geen gehoor krijgen en geen antwoord op zorgen vanuit de buurt). 

 

Buurtbewoners vertellen over verschillende soorten fysieke zorg voor de buurt: boomspiegels verzorgen, afval verzamelen, vegen en opruimen bij het milieuperron, en inspanningen om de leefomgeving te verfraaien met kunst (gruutsopmariaberg.nl) en groen. Een buurtbewoner tekent de vergroening die ze probeert te bewerkstelligen rondom het Bataviaplantsoen, met meer biodiversiteit, kleur, fruitbomen en bloemen.

 



Daarbij merkt ze dat het lastig is om samenwerking met andere buurtbewoners en gemeente te krijgen. De gemeente wil pas ondersteuning bieden als ze bewijs van draagvlak in de buurt laten zien, maar de buurtbewoner legt uit dat draagvlak juist al doende kan ontstaan. Veel buurtbewoners houden niet van plannen bespreken, maar reageren wel enthousiast op zichtbare acties. Iemand anders vertelt over de vele kleine initiatieven van buurtbewoners om een stukje groen te verzorgen.

 

Heel veel dingen die onderhouden worden en echt iets moois en iets leuks zijn daar heeft Maastricht als stad niks mee te maken, het zijn echt de mensen zelf.

 

Naast fysieke zorg voor groen, kunst en een opgeruimde buurt, zorgen veel buurtbewoners ook voor elkaar met allerlei soorten hulp bij financiële en sociale moeilijkheden en bij administratie. Sommige buurtbewoners dragen zorg voor een sociale en inclusieve buurtruimte in de manier waarop ze mensen benaderen.

 

Ik ben altijd positief en ik ken iedereen, de zachte kanten en de harde kanten van de buurt, want die heb je hier ook. Als mensen over buitenlanders praten, ‘die Turken’ of ‘die Marokkanen’ dan zeg ik er wel altijd wat van.. dan zeggen ze tegen mij ‘maar jij bent geen buitenlander’… maar ik probeer daar wel wat van te zeggen,. Maar wel positief te blijven.

 

In de buitenruimte van de buurt gaat het bij zorg voor anderen meestal om de veiligheid van anderen door een oogje in het zeil te houden, en soms ook door in te grijpen. 

 

Een vrouw staat al een tijd op de hoek van de Ruttensingel te wachten. Als een groepje kinderen aankomt helpt ze hen met oversteken. Er is weliswaar een zebrapad maar de auto’s stoppen niet voor de kinderen. Pas als de vrouw assertief de straat opstapt, stoppen ze. 

 

Als buurtbewoners vertellen over zorg voor de leefomgeving, gaat het meestal ook over verwaarlozing. Waar sommige boomspiegels goed verzorgd worden valt op dat veel boomspiegels verwaarloosd zijn. Waar buurtbewoners helpen met afval verzamelen valt ook op hoeveel anderen afval en hondenpoep laten rondzwerven. Bij het milieuperron op het Volksplein wordt gedurende de luchtfoto sessies keer op keer de rommel genoemd. De volgende passage werd geschreven door een meisje uit Blauwdorp:

 

Text, letter

Description automatically generated

 

(Het milieuperron daar [Volksplein] is heel erg vies dat vindt ik ook jammer! De wipwap daar is wel leuk maar die is beklad met stift. Bij het milieuperron zijn 2 grasveldjes vol met afval en hondenpoep. Daar kan denk ik wel wat mee gedaan worden). 

 

Waar vrijwel alle buurtbewoners de rommel en hondenpoep als tekenen van onverschilligheid en verwaarlozing zien, is er soms ook verschil in perspectief op wat geldt als zorg en verwaarlozing. Soms wordt de zorg van een buurtbewoner voor een wildere, biodiverse buurt door anderen gezien als verwaarlozing. Een buurtbewoner vertelde dat buurtgenoten zijn grote stokrozen vaak aanzien voor onkruid, en de buurtbewoners die zich inzetten voor wat wilder groen merken ook dat anderen dit als een vorm van verwaarlozing kunnen ervaren. 

 

Fysieke verwaarlozing wordt vaak ervaren als sociaal-politieke verwaarlozing in de buurt. Buurtbewoners leggen uit dat de gemeente hun wensen niet prioriteert, en dat er niet geluisterd wordt. 

 

Een groepje ouders bij de Emile Wesley school zegt dat het niet uitmaakt wat ze zeggen omdat er toch niet naar hen geluisterd wordt en dat er toch niks verandert.

 

Een van de moeders legde uit dat het glijbaantje bij het Borgesiusplantsoen beklad was met ‘hoer’ en dat hierdoor de kleren van haar zoontje helemaal vies waren. 

 

Buurtbewoners hebben ook herhaaldelijk gevraagd om iets aan de rommel op het milieuperron te doen, maar ook hierop komt geen antwoord. Het gevoel van vervreemding dat we in de vorige sectie bespraken hangt samen met een geschiedenis van teleurstellende ervaringen, en aftakeling van plekken of onzekerheid over de toekomst. Goede plekken worden verwaarloosd en verdwijnen in de loop der tijd, en nieuwe dure plekken worden ingericht voor een nieuw publiek. Daarnaast leefden en leven veel buurtbewoners lange tijd in onzekerheid over hun woonsituatie: mag ik blijven? hoe duur wordt een nieuwe woning? Deze soms langdurige woon-onzekerheid kan ook gezien worden als een vorm van verwaarlozing en ondergraaft het thuisgevoel en de band met de buurt.

 

Verbeelding 

In het zorgen voor gezonde buurtruimte en in de herstructurering van de buurt is veel verbeelding aan het werk. Buurtbewoners gebruiken hun kennis en fantasie om verbeteringen voor te stellen en een schone, bio diverse, creatieve, hechte of inclusieve buurt te bevorderen. Sommige buurtbewoners stellen kleine verbeteringen voor, anderen laten hun fantasie de vrije loop en maken zich geen zorgen om het realistische gehalte van hun voorstellen. We bespreken hieronder eerst de verbeelding en hoop van buurtbewoners over verbeteringen in de buurt en daarna hun reacties op de herstructurering en de verbeelding van de toekomstige Blauwe Loper, en het buurtpark Blauwdorp. 

 

Veel kinderen en ook volwassenen stellen tal van verbeteringen voor door meer speelruimte te creëren.  


Text

Description automatically generated
(Meer speeltuinen. Want bij mij in de wijk zijn bijna geen speeltuinen)

 

Een van de grote wensen van kinderen is de komst van een skatepark.  Vaak combineren ze de speelruimte met andere wensen bijvoorbeeld voor hun ouders of grootouders (bankjes en bejaardenhuisje), een herdenkingsboom voor Gino en dieren en bomen. Daarmee laten ze zien dat ze in de gedeelde buurtruimte ook plek willen geven aan andere generaties, natuur en het delen van verdriet.

 

 Text, letter

Description automatically generated   

(Ik wil skatebaan-wens / en meer bankjes – wens)

 

Text, letter

Description automatically generated   

(Wens een boom voor gino en een paare nieuwe speeltuinen en een sktatepark) 

 

Enkele kinderen geven aan dat ze dit graag bij de Ruttensingel willen, waarschijnlijk in het buurtpark dat wordt gebouwd:

 

   A picture containing diagram

Description automatically generated

(Skatepark bij de Ruttensingel) 

 

Text, letter

Description automatically generated

(Ik wil voetballen tegenover de Ruttensingel en een skatepark dat is mijn wens)


A picture containing text

Description automatically generated


Naast een skatepark, hebben de kinderen al een idee over een kunstgrasvoetbalveld in de buurt:

 

   A picture containing text, green, light

Description automatically generated

(Kooi met kunstgras naam volta arena) 

A drawing of a house

Description automatically generated with low confidence

Het lijkt erop dat kinderen die op school hier samen aan gewerkt hebben ook met elkaar over ideeën voor de buitenruimte gesproken hebben want in veel verschillende dagboek bijdragen doen ze ditzelfde voorstel. 


Text, letter

Description automatically generated 

(Meer koeien en dieren en bomen omdat door bomen krijgen we zuurstof en een vlinder paradijs)

 

 Text

Description automatically generated with medium confidence

(Een bejaarden huisje en een bank)


Sommige kinderen tekenen niet alleen hun wensen maar laten in hun bijdragen meer zien van de plekken waar ze veel zijn en wat daaraan verbeterd kan worden. Zo laat een jongen met veel detail zien hoe zijn straat eruit ziet en hoe voetgangers, fietsers en auto’s op een betere manier de ruimte kunnen delen.

 

(Het zouw fijn zijn als auto’s zagter reeden in de straat!! En het zouw fijn zijn als er meer planten in de straat zouden staan)

 

Ook volwassenen hopen de buurt te verbeteren met meer speelruimte en groen. Gruuts (www.gruutsopmariaberg.nl) mobiliseert creatieve buurtbewoners om verhalen uit de buurt in grafitti-art te vertolken. De beheerders van Bankastudios hopen het Bankapark te kunnen ontwikkelen tot een groene ontmoetingsplek voor de buurt met mogelijk ook ruimte voor muziek, film of theater. Dit resoneert met de ideeën van andere buurtbewoners over verbeteringen in de buurt

 

Muziek en theater zou de harde kanten van de buurt kunnen verzachten, omdat het wel een harde buurt kan zijn. Een speelplek kan wel mooi zijn, maar muziek en theater zijn voor iedereen, jong en oud toegankelijk. Het zou dus mooi zijn als dit meer gestimuleerd wordt, en daar wil ik wel aan meedoen.

 

Een van de bijdragen van een volwassene in de buurtdagboeken wijst ook op de mogelijkheden van het Bankapark en de ruimte rondom de oude school.

 

 

Kortom, buurtbewoners hopen op meer speelruimte, bankjes en ontmoetingsplekken voor alle leeftijden, wat wilder en bio diverser groen --al is ‘wild groen’ niet onomstreden--, veiliger verkeer, en ruimte voor muziek, theater, kunst en herinnering. 

 

De verbeelding van buurtbewoners over verbeteringen van de buurtruimte lijkt voor een deel te overlappen met de Blauwe Loper plannen en het buurtpark Blauwdorp waarmee meer ruimte voor sociale ontmoeting in het groen wordt mogelijk gemaakt. Het architectenbureau dat hiervoor werd ingehuurd legt uit:

 

Doel van de herstructurering is het verbeteren van de leefbaarheid, onder meer door ‘lucht’ te brengen in de buurt. Dit betekent meer groen en ruimte voor ontmoeting, maar ook verbetering van de verbindingen tussen de buurten en met de binnenstad. Daarnaast zal de woningcorporatie een duurzame en meer gedifferentieerde woningvoorraad realiseren. https://www.zieglerbranderhorst.nl/projecten/blauwe-loperbr-maastricht.html 

 

In de Ruttesingel hangt de sfeerimpressie van het toekomstige park naast een bouwterrein (zie Figuur 3.5.1). Op dit moment is er nog een schril contrast tussen het plaatje en het terrein dat met hekken is afgezet en vooral ruimte biedt voor de werkzaamheden aan de bouw van omliggende flats. Waar bij bouwwerkzaamheden elders in de stad kinderen van een hoop zand een fiets-racebaan maakten en volwassenen een tijdelijke stadstuin (zie casus 'Voormalig KPN terrein'), is hier alle open ruimte nodig voor het bouwverkeer. De ruimte voor de buurt is vooral toekomstmuziek, gevisualiseerd in een impressie van de architecten. De afbeelding op de banner toont groen met bloemen en hoog gras, natuurlijke ‘aanleiding tot spelen’ met klauterstammen en verschillende soorten zitplekjes. Het Blauwe Loper tracée moet daarnaast langzaam verkeer meer ruimte geven, en zo ook bijdragen aan veiligheid en levendigheid. Gemeentelijke stadsontwikkelaars hopen dat een nieuwe sociale mix en een gestage stroom van langzaam wandel en fietsverkeer ook zal helpen om kleine ondernemers en andere faciliteiten naar de buurt te trekken.

 

De reacties van buurtbewoners zijn wisselend. Buurtbewoners zien het als een mogelijke verbetering:

 

Een oude man die is geboren en getogen in Blauwdorp vertelt hoe hij de buurt achteruit zag gaan, en hij maakt zich zorgen over groeiende ongelijkheid en ongelijke behandeling. Hij is wel optimistisch over de ontwikkeling van de Blauwe Loper en hoopt dat de buurt hierdoor weer beter en mooier wordt. 

 

Veel buurtbewoners hebben wel een idee over het toekomstige buurtpark Blauwdorp, maar ze vinden het lastig te zien hoe het Blauwe Loper tracée gaat lopen en vragen zich af of de beloftes wel waargemaakt gaan worden. Het kan mooi worden, maar de herstructurering is niet voor iedereen een goede ontwikkeling. Trichterveld is voor veel mensen te duur en onbereikbaar geworden en dat noopt tot voorzichtigheid:

 

 

Zo laat deze dagboek bijdrage zien hoe hoop en scepsis samengaan. Andere buurtbewoners hebben grotere twijfels en zien de Blauwe Loper niet als een verbetering. Zoals deze vrouw. 

 

Het waren allemaal huisjes met tuintjes, misschien oud en duur om te renoveren, maar wat ervoor in de plaats komt een hoog gebouw hier en daar, (ze wijst naar twee kanten tegenover haar huis) flatjes zonder tuin.. dat is toch geen verbetering? En dan dat kleine strookje daartussen, dat wordt dan een park, met veel mooie plaatjes en verhalen presenteren ze dat, en het lijkt heel wat. Maar als je ziet over welk stukje het gaat dan is het toch meer een groenstrookje.

 

Ondanks de inhoudelijke overlap tussen de ideeën van buurtbewoners over verbeteringen in de buurt en de doelen van de herstructurering willen velen er niet te snel in geloven. Het kan mooi worden maar misschien zijn het ook vooral mooie plaatjes en praatjes. Daarnaast lijkt de speelruimte in het toekomstige buurtpark niet erg groot, er is een klauterboom, maar geen voetbalveldje, skatebaan of speeltuin.

 

Thuis bij kleine botsingen maar niet bij verwaarlozing

Met hulp van reizende buurt dagboeken, luchtfoto, gesprekken en interviews zochten we antwoord op de leervraag: Hoe ervaren buurtbewoners thuisgevoel in een context van buurt-ontwikkelingen met sloop, nieuwbouw en het Blauwe Loper Tracée? Uit de bijdragen van buurtbewoners komen drie centrale thema’s naar voren die inzicht geven in zowel kansen als struikelblokken voor een gezonde buurt. 

 

Een gezonde leefomgeving met plekken voor ontspannen, ontmoeten en bewegen kan alleen ontwikkelen als mensen zich thuis voelen in de publieke buurtruimte. Dit thuisgevoel troffen wij bij veel buurtbewoners aan, en kwam tot uitdrukking in verschillende vormen van vertrouwdheid met plekken. Soms ging het om publieke familiariteit, soms om gemeenschapszin met vastere contacten of vriendschappen. Beiden konden een thuisgevoel ondersteunen en ook als bewoners te maken kregen met kleine tegenstellingen en irritaties bleven ze wel gebruik maken van hun vertrouwde plekken. Grote veranderingen in een buurt, zoals de fysieke en sociale verandering van Trichterveld vragen extra inspanning van buurtbewoners om zich thuis te kunnen voelen in de publieke buurtruimte. Een speeltuin draagt hier veel aan bij voor kinderen en ouders, maar er zijn ook buurtbewoners die belangrijke plekken verloren en daar geen goede vervanging voor vonden. Zij vertelden over vervreemding van de buurt door verlies van hechte buurtverbanden, vertrouwde plekken en de ontwikkeling van nieuwe plekken die minder eigen voelen.

 

Een gezonde leefomgeving vraagt om zorg van buurtbewoners, professionals, en gemeente en uit de verhalen van buurtbewoners blijkt dat er ook veel gezorgd wordt voor de publieke buitenruimte en de mensen. Buurtbewoners verfraaien de buurt met kunst en groen en ze letten op elkaars veiligheid en welzijn. Deze zorg gaat echter samen met ervaringen van verwaarlozing van de buurt en van bewoners die moeite hebben om gehoord te worden en samenwerking van anderen en van de gemeente te krijgen. In de herstructurering van het Blauwe Lopergebied hebben buurtbewoners ook te maken met langdurige onzekerheid over hun eigen woonsituatie en leefomgeving. Zorg en ervaringen van verwaarlozing komen tot stand vanuit verschillende soorten verbeelding over hoe de buurt is en was en wat een goede ontwikkeling zou zijn. Verbeelding is een derde thema dat verbonden is aan het thuisgevoel in de buurt.

 

Wie zich thuis voelt en verbonden met een plek of buurt heeft meestal wel ideeën over de toekomst: ‘wat zou beter en mooier kunnen?’ In hun bijdragen laten buurtbewoners van jong tot oud zien hoe de buurt verbeterd zou kunnen worden met meer speelruimte ontmoetingsplekken en groen. Kinderen hopen ook dat de skatebaan die de buurt ooit had weer terug zal komen. De verbeelding van verbeteringen in de Blauwe Loper-plannen laat overlap zien, maar waar kinderen de speelruimte centraal stellen met daarnaast wat plekken voor ontspannen en ontmoeten lijkt het toekomstige buurtpark slechts een kleine speelplek te bieden en vooral groen voor ontspanning en ontmoeting.  De herstructurering wordt door buurtbewoners met gemengde gevoelens gevolgd. Mogelijk brengt het verbetering, maar teleurstellingen uit het verleden nopen tot voorzichtigheid en twijfel.     

 

Buurtbewoners laten zien dat ze zich thuis kunnen voelen in de publieke buurtruimte, ook als daar sprake is van tegenstellingen. Ze nemen de kleine botsingen voor lief en grijpen in om de sociale en fysieke ruimte te verzorgen en verbeteren. De verbeelding over publieke buurtruimte laat zien dat er weliswaar verschillende ideeën over prettige buurtruimte bestaan, maar de voorgestelde verbeteringen laten ook veel overlap zien: zowel kinderen als volwassenen verwachten dat meer speelruimte en ruimte voor cultuur en ontmoeting in de open lucht kan helpen om het thuisgevoel in de buurt te versterken. De herstructurering die ook gericht is op het scheppen van meer speel- en ontmoetingsruimte kan daaraan bijdragen voor zover buurtbewoners het gevoel hebben dat het voor hen is. 

 

Tegelijkertijd maken ervaringen van vervreemding en verwaarlozing in de buurt het moeilijk om te geloven in de herstructurering als verbetering. Veel buurtbewoners hebben het gevoel dat aanpassingen in de buurt niet voor hén zijn maar voor anderen. Plekken waar ze aan gehecht waren, werden verwaarloosd terwijl er grootse nieuwe en dure plannen gemaakt werden. De zorg voor oude en nieuwe buurtbewoners lijkt niet evenredig.

Evaluatie van de casus

Kansen

Opvallend is dat buurtbewoners zelf veel investeren in de buurt om er een thuis van te maken, dat ze kunnen leven met botsingen en tegenstellingen en dat ze ingrijpen om de leefomgeving te verbeteren en ook veel ideeën hebben over verbeteringen. De concrete verbeelding verschilt maar er is ook veel overeenkomst over wat goed zou zijn voor de buurt: meer ruimte voor spel, ontmoeting en groen. Deze verbeelding van buurtbewoners toont gedeeltelijk overlap met de verbeelding over buurtontwikkeling in het Blauwe Loper Tracee, en buurtbewoners hopen dan ook voorzichtig dat het verbetering gaat brengen.

 

Knelpunten en risico’s

De grote ingrepen in de buurt roepen de vraag op voor wie de buurt verbeterd wordt en roepen soms gevoel van vervreemding op. Veel plekken die goed waren zijn verwaarloosd of verdwenen terwijl er veel wordt geïnvesteerd in nieuwe plekken, voor een nieuw publiek. De fysieke verwaarlozing van plekken en de langdurige woon-onzekerheid wordt daarmee ook als een sociaal-politieke verwaarlozing gezien. Tegen deze achtergrond twijfelen buurtbewoners aan de plaatjes en beloftes over het Blauwe Loper gebied.

VRAGEN?

Bel ons tijdens kantooruren op:
+31(0)43-3882436
Stel uw vragen buiten kantooruren per e-mail:
info@ruimtegids.eu

PARTNERS

logos juli2021 2

Search