Telefoon:

Een vergelijking van de plekken

Dit hoofdstuk vergelijkt braakliggende terreinen, en trekt daaruit overkoepelende lessen voor dit type ruimte in de stad. De meeste van deze plekken hebben meerdere jaren braak gelegen.  

Groei van de initiatieven

De initiatieven zijn groeiende. Het Stadstuin Greune Luiper-initiatief is mettertijd steeds verder uitgebouwd. Er is begonnen met tuinbakken, maar later kwam ook kunst op de muren van de oude kelder, een speciale ruimte onder een tentzeil voor kweken van plantjes, een kippenhokje, zonnepanelen en zelfs een voedselbank op de locatie.

Bij het kippenveldje is de communicatie tussen de ‘kippenouders’ een stabiele factor geweest: over onderhoud en uitbreiding van de kippenren wordt al ruim twee jaar overlegd. Soms zijn er momenten van onderbezetting of kleine conflicten, maar die lijken vaak opgelost te worden. Ook is het kippenveldje-initiatief een ‘springplank’ geweest voor de bewoners om samen na te denken en de krachten te bundelen over andere initiatieven op het veldje, zoals een speeltuin op hetzelfde grasveld. Zo woonden verschillende bewoners van de kippen-WhatsApp-groep ook de sessie bij over spelplekken in Mariaberg om samen met kinderen van de buurt hun ideeën te geven voor een natuurlijke speelplek op het kippenveldje (zie casus 'Speelplekken Mariaberg').

Successen en knelpunten bij gebruik van braakliggend terrein

Successen

Betreffende de stadstuin komt het belangrijke succes van het intensieve gebruik van de moestuinbakken waarschijnlijk voort uit het feit dat mensen gratis kunnen deelnemen: ze hoeven geen huur te betalen voor hun moestuintje. En dat betekent dat ook mensen met een kleine beurs zelf groenten kunnen telen. De stadstuin draagt daardoor ook op allerlei manieren bij aan gezondheid: het brengt ontmoeting tussen allerlei mensen; van jong tot oud, van rijk tot arm, en met een Maastrichtse achtergrond tot een niet-Westerse migratie-achtergrond. Het brengt zingeving voor mensen die door ziekte of anders uit het arbeidsproces zijn. Mensen vinden er een luisterend oor bij mede-tuiniers, vriendschappen ontstaan. Daarnaast leren mensen over gezonde voeding en over eettradities in andere culturen. Ook wordt er een positieve bijdrage geleverd aan biodiversiteit. Die potentie van braakliggende terreinen voor bottom-up initiatieven wordt ook al duidelijk door kleine ingreepjes, zoals de zeer tijdelijke aanleg van een fietscross-terreintje door kinderen. Dit op het terrein van het toekomstige Buurtpark Blauwdorp, voordat gestart werd met de bouw.

Bij het kippenveldje vindt een behoorlijke groep vrijwilligers (de ‘kippenouders’) een gezamenlijke ‘hobby’. Net als bij de stadstuin is deelname gratis, maar de oogst, in dit geval eieren, is wel voor de deelnemer. Voor andere bewoners is het kippenveldje een bezoekplek die gewaardeerd wordt: men wandelt er graag als ouder of grootouder even met de kinderen naartoe, en ook de kinderen van de jeugdwerk-groep nemen er graag af en toe even een kijkje.

Ondanks verschillen in hoofdzakelijke functie en schaal van de invulling van het braakliggend terrein (grotere moestuin versus kleinere kippenren) is het voornaamste succes gelijk: van de initiatieven wordt goed gebruik gemaakt. De belangrijkste succesfactor die daar aan bijdraagt is waarschijnlijk feit dat zowel bezoek als deelname aan beide initiatieven gratis is. Vooral in het geval van de stadstuin gaat dit bezoek ook nog om een diversiteit aan mensen en vinden ook nieuwe ontmoetingen plaats. Dat ligt waarschijnlijk grotendeels aan de grotere schaal van de stadstuin ten opzichte van het kippenveldje: de kans is groter dat verschillende mensen of groepjes mensen de plek op hetzelfde moment bezoeken. Het kan echter ook deels aan de samenstelling van de buurt liggen. Immers: in Mariaberg werd niet op zo’n grote schaal en zo dichtbij nieuwe huizen gebouwd als langs de Groene Loper. Nieuwe bewoners gebruiken de initiatieven soms als manier om kennis te maken met de buurt, en de Groene Loper trekt door haar grotere schaal, omvang en meer voorzieningen in de buurt ook meer omwonenden dan het ‘kippenveldje’.

Knelpunten

Voor de stadstuin geldt dat het budget bijna op is. Er moet door de vrijwilligers met een coördinerende rol steeds opnieuw gezocht worden naar subsidies. Verder is er onzekerheid over de toekomst, omdat het initiatief over enkele jaren weer zal moeten verhuizen. (Dan wordt de plek vrijgemaakt, omdat er weer gebouwd gaat worden.) De elementen, zoals de moestuinbakken, zijn wel zo ingericht dat ze verplaatst kunnen worden, maar de onzekerheid over de toekomst maakt het organiseren van activiteiten op de langere termijn moeilijk, evenals of bepaalde betere inrichting die zich pas na jaren goed uitbetaald. Bij het kippenveldje speelt deze onzekerheid minder een rol, omdat het kippenhok al verhuisd is, en voor de nieuwe plek geen bouwplannen zijn. Echter speelt ook daar de bekostiging een rol, in dit geval voor onderhoud van de kippen en kippenren. (Bijvoorbeeld is er al tweemaal een uitbraak geweest van bloedluis, waardoor schoonmaakmiddelen gekocht moeten worden en bepaalde materialen vervangen.) Ook in dit geval is geen sprake van structurele subsidie voor deze zaken en zal dus steeds opnieuw gezocht moeten worden naar subsidies.

Kansen

Vooral de stadstuin is betreffende schaal en thema (voedsel verbouwen) geschikt voor educatiemogelijkheden. Het is een praktijklocatie voor scholen in de naaste omgeving (primair en voortgezet onderwijs). Het kippenveldje is daar qua grootte minder geschikt voor. En waar de stadstuin vrij toegankelijk is, moet de ren worden opengemaakt en worden toegezien door een begeleider (‘kippenouder’). Wel kunnen kleinere groepjes kinderen onder begeleiding kennismaken met de kippen in de kippenren, maar dat moet dan even afgesproken worden met de kippenouders. Door haar ligging op grasveld dat zo’n acht keer groter is dan de kippenren alleen, en doordat er daarvoor geen bouwplannen zijn, is er ook mogelijk ruimte voor nieuwe ideeën in overleg met de gemeente, zoals meer dieren of speelvoorzieningen voor kinderen. Het kippenhok-initiatief is daarvoor een ‘uitvalsbasis’, omdat er daardoor al een gemeenschap actief is op de plek, en deels voortgebouwd kan worden op bestaande afspraken met bijvoorbeeld de gemeente en omwonenden.

Risico’s

Het succes van de stadstuin komt vooral voort uit de gepassioneerde bijdrage van de hoofdzakelijke beheerder. Daaromheen is een klein clubje mensen die samen van alles regelen en heel actief zijn. De vraag is of zij ook de coördinerende en leidersrol van de beheerder kunnen overnemen als deze wegvalt.

Bij het kippenveldje heerst ook de vraag wie gaat opvolgen als de twee ‘kartrekkende’ kippenouders er mee op zouden houden. Wel zijn er daar nog meer vrijwilligers, die (middels de app) aardig op de hoogte zijn van wat er komt kijken bij in ieder geval het ‘bijhouden’ van het onderhoud. Een ander mogelijk risico is van een andere orde: andere bewoners die niets met kippen hebben, kunnen het gevoel krijgen dat een stuk ook voor hen publieke buurt wordt ‘ingenomen’. Dit vooral als ‘kartrekkende’ kippenouders voor wat langere tijd weg zou vallen en daardoor alleen nog het basale onderhoud gedaan kan worden (de kippen zelf): dat zou ten koste kunnen van hoe de plek oogt en hoe toegankelijk deze is, waardoor de waarder daarvan voor een deel van de buurtbewoners negatief zou kunnen worden.

Overkoepelende lessen: kansen en risico’s voor braakliggende terreinen

Overkoepelende kansen en risico’s voor gebruik van braakliggende terreinen in het algemeen

Belangrijke factoren voor een succesformule om braakliggende terreinen te benutten op een manier waarop bewoners er ook gebruik van maken, lijken te zijn:

  • Bied gratis activiteiten aan en toegang tot een gratis omgeving waar een groot deel van de buurt op een bepaalde manier interesse in heeft.
  • Het is geen probleem als maar weinig bewoners voldoende interesse hebben om actief mee te doen: betreffende ‘actief’ meedoen (voor onderhoud, veiligheid en toegankelijkheid) gaat het om het vinden van voldoende bewoners om deze taken te kunnen uitvoeren..
  • Wel moeten de meeste bewoners die geen actieve bijdrage leveren, wel de omgeving of activiteiten kunnen waarderen als ze er zijdelings mee te maken krijgen, bijvoorbeeld als ze er langslopen of er vanuit hun huis of tuin door worden beïnvloed.
  • Een groot deel van de bewoners moet het prettig vinden om de plek te bezoeken, en de plek moet daarvoor een groot deel van de tijd toegankelijk zijn.

Gezondheidseffecten zoals ontmoeten, bewegen kunnen dan op een natuurlijke manier uit dat soort plekken voortvloeien. Voor andere doelen, zoals verbinding tussen mensen die elkaar anders wellicht niet hadden ontmoet, maar ook voor educatie, lijkt enige schaalgrootte van het initiatief belangrijk. Een belangrijk risico van dit soort initiatieven is gebrek aan financiering. Hiervoor kan contact gezocht worden met organisaties die belang hebben bij gebruik van een plek, bijvoorbeeld met het oog op hun doelen betreffende welzijn van hun bewoners (woningcorporatie), zelfredzaamheid en eigenaarschap (gemeente) of stadsnatuur (stichting). Deze partijen kunnen ook helpen met eventuele toestemmingen die nodig zijn. Mochten ze zelf te weinig budget beschikbaar hebben, dan kan het nuttig zijn om met hen samen subsidie aan te vragen.

De langere termijn: voortzetting van tijdelijke initiatieven of behalen van ander resultaat

Betreffende de Stadstuin mogen de tuinbakken er voor een periode van in totaal drie tot vijf jaar staan. Hoewel de onderdelen van Stadstuin de Greune Luiper zo zijn ingericht dat het geheel over een paar jaar weer kan verhuizen, leidt dit tot beperkingen in de potentie van het initiatief, omdat bepaalde aankopen, verbeteringen en uitbreidingen door die tijdelijkheid niet de moeite waard zijn, of dat onzeker is. Daarop in tegenstelling: de kippenren met het kippenhok in Mariaberg is al verplaatst naar het grasveld ernaast dat in eigendom is van de gemeente en waar voorlopig niet gebouwd gaat worden. Hier wordt inderdaad ook nagedacht over verdere verbetering en uitbreiding van het initiatief. Hieruit kan voorzichtig worden geconcludeerd dat het nuttig is voor initiatieven op braakliggende terreinen om één of twee locaties voor de toekomst gepland te hebben voor zover mogelijk, waardoor nieuwe initiatieven ook in het licht geplaatst kunnen worden van die toekomst.

VRAGEN?

Bel ons tijdens kantooruren op:
+31(0)43-3882436
Stel uw vragen buiten kantooruren per e-mail:
info@ruimtegids.eu

PARTNERS

logos juli2021 2

Search